Het onderzoek naar narcisme bij bestuursvoorzitters

 

In dit onderzoek wordt de meting en impact van de narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters beschreven. Aangezien narcisme een persoonlijkheidsdimensie is, kunnen bestuursvoorzitters worden ingedeeld van laag tot hoog narcistisch. De bestuursvoorzitters die op deze schaal hoog scoren vertonen het gedrag van een “Zonnekoning”.  In dit onderzoek is aangetoond dat de narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters gemeten kan worden met objectieve kenmerken. De narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters kan door de zucht naar macht en erkenning verstrekkende invloeden bewerkstelligen. De gevolgen van de narcistische persoonlijkheid van bestuursvoorzitters op organisatorische uitkomsten staan centraal in dit onderzoek.

 

Doelstellingen van het onderzoek

Dit onderzoek heeft drie doelstellingen. Ten eerste worden de oorzaken en gevolgen van CEO narcisme beschreven en gevisualiseerd in een specifiek ontwikkeld raamwerk. Ten tweede wordt de narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters van S&P500 bedrijven in de periode 1992 tot en met 2008 objectief gemeten. Ten derde wordt gekeken naar de impact van de narcistische persoonlijkheidsdimensie van bestuursvoorzitters op drie organisatorische uitkomsten: de financiële resultaten, de tegenmacht en de fraudegevoeligheid. 

 

De resultaten

Een zekere mate van narcisme is noodzakelijk om de top van een organisatie te bereiken. In deze zin heeft narcisme geen negatieve bijklank. Een leider zal immers moeten beschikken over zelfwaardering en de capaciteit om anderen te motiveren. Een narcistische inslag onder bestuursvoorzitters is dan ook eerder regel dan uitzondering. De resultaten liggen in lijn met de psychologische theorievorming en het theoretische raamwerk: een zekere mate van narcisme is productief voor de financiële resultaten terwijl een hoge mate van narcisme destructief is voor de financiële resultaten. Daarnaast is een hoge narcistische persoonlijkheid van bestuursvoorzitters negatief gerelateerd aan de mate van tegenmacht van het bestuur en positief gerelateerd aan de fraudegevoeligheid. 

 

Publicatie:

Het volledige onderzoek kunt u nalezen op http://repub.eur.nl/res/pub/23554/EPS2011238STR9789058922816.pdf